vragen om (v) (helpen) | fare appello a (v) (helpen) |
vragen om (v) (helpen) | chiedere di fare (v) (helpen) |
vragen om (v) (helpen) | richiedere (v) (helpen) |
vragen om (v) (vragen) | chiedere (v) (vragen) |
vragen om (v) (vragen) | richiedere (v) (vragen) |
vragen om (v) (helpen) | chiedere (v) (helpen) |
vragen om (v) (helpen) | domandare (v) (helpen) |
vragen om (v) (vragen) | fare appello a (v) (vragen) |
vragen om (v) (vragen) | chiedere di fare (v) (vragen) |
vragen om (v) (vragen) | domandare (v) (vragen) |